Het voorbije kalenderjaar stond in het teken van CoViD-19. Het onderwijspersoneel kwam vaak in de vuurlinie en moest zichzelf meer dan eens opnieuw uitvinden. Een bijzondere rol was weggelegd voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding. We spraken − via Teams − met Dries Vandermeersch, directeur CLB GO! Brussel, Sonja Vandyck, verpleegkundige CLB GO! Vilvoorde en Brechtje Vandergraesen, coördinator Stedelijk CLB Antwerpen.
De werkdruk was voor COVID ook al hoog. Hoe overleeft een CLB-medewerker dit schooljaar waar ‘contacttracing’ in het leerplichtonderwijs toegevoegd werd aan de opdracht?
Sonja: Ik heb dat overleefd door goede afspraken en heel veel creativiteit en doordat de werkdruk in ons centrum mooi verdeeld was over alle werknemers. Solidariteit en creativiteit.
Dries: Ik moet Sonja bijtreden. De solidariteit tussen de personeelsleden was zeer groot. Als leidinggevende moet je daarop inspelen en moet je rekening houden met bijvoorbeeld de gezinssituatie. Mensen met kinderen laat je ’s avonds wat minder tracen, op die momenten schakel je alleenstaanden in. Je moet een evenwicht zoeken samen met alle mensen van de organisatie. Dat is zeer belangrijk. Je moet met hen overleggen wat haalbaar is, wat ze zelf goed kunnen. Het was voor de mensen erg frustrerend dat ze geen enkel dossier kunnen opnemen. Nu is dat beter, maar voor de herfstvakantie was het erg. Daardoor moeten we kinderen in de kou laten staan en dat gaat in tegen onze natuur als hulpverlener.
Brechtje: Door de nadruk te leggen op overleven. Voor de herfstvakantie had ik soms het gevoel dat ik me in oorlogsgebied bevond. Wij hebben een erg groot centrum, wat maakt dat we ook een beetje anders werken en wij op de medische handeling na de reguliere werking voor een groot deel hebben kunnen vrijwaren. Op dit moment ligt de druk vooral op de medische ploeg, maar wij proberen hen stapsgewijs weer vrij te maken voor hun reguliere taken. Ik merk dat er heel veel druk ligt op mensen die de organisatie van het tracen op zich nemen. Er zijn de uitvoerende taken, het contacttracen zelf, maar er zit ook heel wat werk achter: het rapporteren, het overleg, het opstellen van documenten, het contact met Vlaamse contacttracers,… al wat daarbij komt kijken kost enorm veel tijd en energie. Wij hebben ook een paar mensen aangeworven die enkel met COVID bezig zijn. Er zijn ook een paar mensen vanuit de centrale diensten van de stad vrijwillig komen helpen. Het kost wel wat tijd om die mensen op te leiden, zeker omdat de regels voortdurend veranderen en de materie toch complex is. Bovendien is het een leerproces en duurt het een tijdje voor je goed kan tracen.
Welke pijnpunten heeft COVID volgens jullie blootgelegd? Wat leer je uit deze (COVID-periode)
Dries: Ten eerste een structureel personeelstekort. We wisten dat al, maar deze crisis heeft het nog duidelijker gemaakt. Ten tweede dat we de multidisciplinariteit zijn gaan verlaten. In ons centrum hebben we ons met het volledige team moeten concentreren op het medische aspect. Ten derde dat er dringend overleg moet komen tussen CLB-artsen en huisartsen. De COVID-crisis heeft aangetoond dat er afspraken moeten gemaakt worden over de taakverdeling. Soms spreken ze elkaar ook tegen, wat tot spanningen leidt. Ik wil er ook iets positief aan toevoegen. Het CLB heeft zichzelf op de kaart gezet. Zonder ons was de situatie ongetwijfeld erger geweest. Wat ik ook opmerk, is dat ieder CLB zijn eigen aanpak heeft.
Brechtje: Bij ons hebben aanvankelijk enkel de paramedici getracet.
Sonja: In Vilvoorde was het net andersom: de paramedici hebben weinig getracet en werden vrijgesteld om hun medische onderzoeken in te halen. Je kan niet én vaccineren én tracen. Als ik jullie hoor, is er inderdaad een groot verschil in aanpak.
Dries: Natuurlijk is de situatie overal anders. Wij zijn in Brussel tamelijk vlug overrompeld en hebben dan beslist om alle personeelsleden in te schakelen. In sommige centra hielden enkel de artsen zich hiermee bezig, met als gevolg dat sommige ontslag hebben genomen en anderen zijn uitgevallen met een burn-out.
Wij hebben de CLB’s inderdaad duidelijk op de kaart gezet.
Brechtje: Wat Dries zei over dat structureel personeelstekort, is zeer juist. Wij kunnen in onder normale omstandigheden nauwelijks volgen, moeten vaak inhaalbewegingen doen en dan krijg je plots zoiets gigantisch er bovenop. Wij hebben de CLB’s inderdaad duidelijk op de kaart gezet. Als er een maatschappelijke crisis losbarst, dan weet men ons plots te vinden. Dat is in het verleden nog gebeurd toen het over radicalisering ging. Wij moeten ons dan maar vlug vlug organiseren, ook al hebben we geen ervaring of know how. Wij mogen daar best trots op zijn (Dries en Sonja knikken instemmend). Ik hoop wel dat men dat niet zal vergeten. Ook de communicatie van de overheid kwam vaak heel laat toe. Als je op een vrijdagavond of zelfs op een zaterdag nieuwe richtlijnen krijgt, dan ben je het ganse weekend procedures aan het herschrijven, want maandag moet iedereen klaarstaan. Ik begrijp wel waarom de overheid bij ons terechtkomt. Tenslotte kennen wij de scholen en de leerlingen en hun gezinnen. Wij zijn dus het best geplaatst voor zulke taken, maar geef ons alstublieft meer mensen.
Sonja: In ons centrum werd gevraagd ook in het weekend te tracen. Wij zijn hulpverleners en dus solidair, wij hebben dat dan ook gedaan. Maar − en dat is het pijnpunt – eerst hadden we een lijst voor september, dan een voor oktober en nu is er al een lijst tot juni. Nogmaals, wij zijn solidair en schrijven ons in, maar mijn rood hart spreekt hier: onze voorouders hebben gestreden voor loon naar werken, voor een 38-urenweek,…. Gaan wij hier niet in onze eigen voet schieten, gaan onze solidariteit en onze inzet niet als een boemerang in ons gezicht terugkomen?
Brechtje: Wij hebben ervoor gekozen de zondag niet te tracen, maar dat betekent wel dat wij maandag extra werk hebben. Op piekmomenten is bij ons een ploeg van 16 mensen bezig. Ik stel ook vast dat wij enorm flexibel moeten zijn. Ik doe niets anders dan plannen en herplannen. Wij vragen ons trouwens af wat we moeten doen met de kerstvakantie. Gaan we tracen? Welke dagen wel, welke niet? Tenslotte is het dan verlof en is ons centrum zelfs gesloten. Wij zij momenteel met de vakbonden aan het afspreken hoe we dat financieel kunnen compenseren.
Sonja: We zouden dit op Vlaams niveau moeten bekijken, over de netten heen. Wij zijn binnen het onderwijs een kleine speler, maar hebben wel een eigen karakter. Er zou − naast Raymonda (Verdyck, nvdr) − iemand moeten spreken voor álle CLB’s. Wij hebben nood aan profilering.
Wat moet de minister van onderwijs hieruit leren en vooral doen om in de toekomst situaties als deze beter te beheersen?
Sonja: De minister moet luisteren naar de CLB’s en hen beschouwen als een aparte sector binnen het onderwijs. Verder vind ik dat de CLB’s meer moeten samenwerken, over de netten heen, en dat ze met één stem moeten spreken. Nog iets: de sector van de hulpverlening zou ook beter moeten samenwerken. Soms zijn er bij wijze van spreken 38 hulpverleners naast elkaar bezig met één dossier.
Brechtje: De minister zou een langetermijnvisie moeten ontwikkelen en niet iets ad hoc voorzien bij een crisis. Nu zijn er extra middelen voorzien tot december. Zoiets veroorzaakt extra werk: je moet mensen zoeken, aanwervingen doen,…. Wij gaan de komende jaren werk moeten inhalen. Dat de minister er dus voor zorgt dat wij die extra mensen in dienst kunnen houden. Bovendien heb je voor dat contacttracen ook heel wat nodig: een goede head set, eventueel een laptop, een telefooncentrale,… allemaal zaken die veel geld kosten en die ieder CLB’tje voor zichzelf heeft mogen regelen én heeft mogen betalen met de eigen werkingsmiddelen. Dat snap ik niet.
Met het huidig personeelsbestand zullen we onze achterstand pas over twee of drie jaar inlopen.
Hoe realiseren jullie inhaalbeweging zodra COVID bedwongen is? Wat hebben jullie daarvoor nodig.
Dries: Met het huidig personeelsbestand zullen we onze achterstand pas over twee of drie jaar inlopen. De regering zou ons om te beginnen al onze volledige omkadering kunnen geven. Nu krijgen wij (door besparingen, nvdr) niet de omkadering waarop wij recht hebben. Dat men daar al werk van maakt en dan begint na te denken over de extra middelen. Ik wil aan de minister ook vragen hoe hij nu denkt over het feit dat twee verkiezingen geleden de afschaffing van de CLB’s was opgenomen in het programma van zijn partij. Ik denk dat we daar al een mind shift hebben gerealiseerd, niet alleen door corona, het is al langer bezig. Onlangs ben ik gaan spreken in het Vlaams parlement. Toen ik vragen kreeg, was ik verbaasd over de inhoudelijke kennis van de volksvertegenwoordigers, niet enkel over corona, maar ook over onze algemene werking. Dat was een aangename verrassing. Ik had al eerder in het parlement gesproken en had toen het gevoel dat ze ons zagen als een aanhangsel van het onderwijs.
Brechtje sprak net over de technische noden die we nu hebben. Dat zijn voorbeelden van zaken die je netoverschrijdend kan aanpakken. Als je het geluk hebt om zoals wij een groot centrum te zijn en je een informaticus in dienst hebt, dan kan je een aantal technische zaken realiseren. Dat heeft een faciliterend effect.
Sonja: Ik loop misschien op de zaken voorop, maar ik maak me toch zorgen. Als die sneltesting en vaccinaties eraan komen, wat dan? Ik ben een ziekenhuisverpleegkundige en heb ooit op intensieve zorgen gewerkt. Met enige opfrissing kan ik dat aan, maar heel wat collega’s kunnen of willen zoiets niet. Als die vaccins eraan komen en de jongeren aan de beurt zijn, dan gaat iedereen naar ons kijken. Al onze leerlingen vaccineren, dat kost enorm veel energie en tijd, zeker als je dat goed wil doen. Ik hoop dat men niet gaat afkomen met: “Volgende week start de testing, begin er maar aan.” Daar maak ik mij zorgen over.
Dries: Je hebt gelijk, Sonja. Als ik de overheid was, zou ik ook aan de CLB’s denken voor de vaccinatie van de jongeren, maar daar moet nu al over nagedacht worden. Dan kunnen wij ons daarop voorbereiden. Bovendien stel ik de vraag welke andere taken we daarvoor mogen laten vallen.
Sonja: Als je de media volgt, dan hoor je over zelfdoding en over eenzame jongeren. Dan vraag ik me af wat we moeten doen, contacttracing − wat erg belangrijk is − of de jongeren begeleiden. We kunnen hen tenslotte ook niet in de kou laten staan. Het is een én-én-verhaal, geen of-of. Dat moeten we aan de overheid duidelijk maken.
Op onze facebook-pagina stond onlangs een berichtje over de CLB’s. Een aantal volgers had kritiek op de CLB’s. Een ervan was volgende: ‘De CLB’s gaan niet over tot testen van leerlingen, zelfs niet wanneer er zieke leerkrachten of leerlingen zijn. De cijfers zijn dus onbetrouwbaar.’
We kunnen onze jongeren tenslotte ook niet in de kou laten staan.
Brechtje: Om te beginnen: de CLB’s testen niet. Wij schatten in of een leerling ‘hoog risico’ of ‘laag risico’ is. We krijgen een melding binnen dat een bepaalde leerling besmet is. Dan gaan wij uitzoeken met wie hij of zij contact heeft gehad in de besmettelijke periode. Naast wie zat hij? Had hij een mondmasker op? Wij volgen een beslissingsboom die door de overheid is opgelegd. Het is bovendien een wetenschappelijke beslissingsboom, die al wel een paar keer is aangepast. De ene keer moesten we rekening houden met mondmaskers, de andere keer niet. Voor scholen en mensen is zoiets moeilijk te volgen, maar dat zijn nu eenmaal regels die voortvloeien uit nieuwe wetenschappelijke inzichten. Wij testen dus niet zelf, wij bepalen enkel het risico.
Dries: Als Brechtje het over de overheid heeft, dan bedoelt ze volgende. Sciensano neemt een beslissing. Ze gaan in overleg met de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg om de procedure binnen de CLB’s te bespreken.
Nog een kritiek: de CLB’s zien zowat alles als laag risico.
Sonja: Dat is effectief niet waar! Wij steken heel veel tijd en energie om uit te zoeken waar de leerlingen geweest zijn, met wie, wie ze gekust hebben,… Wij gaan daar niet licht overheen. Iedereen wil de scholen openhouden en de kinderen hun recht op onderwijs geven, maar dat moet wel in veilige omstandigheden gebeuren.
Dries: Ik wil hier nog iets aan toevoegen. Die kritiek slaat nergens op. In ons centrum zijn in september en oktober 2771 leerlingen in quarantaine geplaatst omdat wij ze als ‘hoog risico’ hadden bestempeld.
Brechtje: Wij tracen ook de leerkrachten. Op zich is dat al merkwaardig, want dit is eigenlijk een taak van de arbeidsgeneeskundige dienst. Anderzijds kan ik het begrijpen, omdat wij ons een goed beeld willen vormen.
Nog een kritiek geplukt van onze facebook-pagina: de CLB’s willen bovenal de scholen openhouden om de minister ter wille te zijn.
Dries: Wij gaan er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ieder kind onderwijs krijgt. Of dat nu afstandsonderwijs is of fysiek onderwijs, daar spreken wij ons niet over uit, maar ieder kind heeft recht op onderwijs. Dat is een mensenrecht. Dat wij scholen willen openhouden voor de schone ogen van de minister, dat is cafépraat. Facebook is voor mij één groot café (lacht). Ik leg zulke kritiek naast mij neer. Eigenlijk is dat beledigend voor onze mensen die op een professionele manier te werk gaan en kinderen alle kansen op onderwijs willen geven, zeker de kwetsbare kinderen. Als er ergens besmettingen zijn en scholen echt moeten gesloten worden, dan oordelen wij ook in die zin. Wij baseren ons dan wel op gezondheidscriteria en niet op wat een minister wil of zegt. Er zijn trouwens scholen gesloten zogezegd op bevel van het CLB, terwijl ze eigenlijk dicht moesten om organisatorische redenen, omdat er te veel leerkrachten ziek waren. Het omgekeerde komt dus ook voor.
Brechtje: Voor ons staat de leerling centraal. Wij sluiten trouwens geen scholen. Aan de sluiting van een school gaat veel overleg vooraf, men gaat niet over een nacht ijs. Voor de herfstvakantie had ik het gevoel dat het moest stoppen, we waren niet meer kwaliteitsvol aan het tracen. We konden de bron van de besmetting niet meer vinden en dan kan je niet meer bepalen of iemand hoog risico’ of ‘laag risico’ is.
Een laatste kritiek: men doet toch niets met de gegevens van het CLB.
Dries: Lees de krant van vandaag (3 december – red.). De huidige maatregelen blijven tot Kerstmis gehandhaafd op grond van de cijfers die de CLB’s hebben aangeleverd.