In 2008 keurde het Vlaamse parlement een nieuw financieringssysteem goed voor de werkingsmiddelen van het basis-en secundair onderwijs. Iedere leerling werd voortaan gelijk gefinancierd ongeacht het net waar hij les volgde. Een substantieel deel van de middelen werd toegekend op basis van de leerlingenkenmerken. Er werd toen gewag gemaakt van een historisch (politiek) akkoord.
In het novembernummer van Tribune worden twee belangrijke aspecten van dit advies belicht: enerzijds de gelijkschakeling van de werkingsmiddelen voor kleuters met die van de leerlingen lager onderwijs en anderzijds de problematiek van de bandbreedte.
Je kan het volledige artikel ook hier lezen.