Bij het begin van het schooljaar zal we minister Crevits vaak in het nieuws komen. Een aanleiding voor Raf De Weerdt om een balans te maken van haar beleid.
Na een behoedzame start is minister Crevits stilaan op kruissnelheid aan het komen. De minister heeft in eerste instantie de tijd genomen om een aantal dossiers te bestuderen alvorens grote verklaringen af te leggen. Toch stellen we vast dat de minister graag sneller zou gaan, maar daar niet steeds de ruimte toe krijgt. Dit heeft veel zo niet alles te maken met de samenstelling van deze regering. De regeringspartijen geraken het vaak onderling moeilijk eens. Dit blijkt onder meer uit het dossier over de modernisering van het secundair onderwijs. Anderzijds trachten sommigen ook te scoren op het onderwijsthema, zonder de te beseffen dat ze een regeerakkoord getekend hebben. Dit gekibbel tussen de partijen verbergt echter een dieper liggende kloof, een kloof waar ook wij de gevolgen van dragen.
ACOD Onderwijs ziet het onderwijs vooral als middel om tot een betere samenleving te komen. Een samenleving waar iedereen gelijke kansen krijgt en waar het onderwijs een motor kan zijn om mensen te laten stijgen op de sociale ladder. Een onderwijs dat verbindt in plaats van uitsluit. In meer of mindere mate konden de meeste politieke partijen zich hierin terugvinden. Bij wijze van voorbeeld: het eerste gelijkekansendecreet kwam tot stand onder de liberale minister van onderwijs Vanderpoorten. Ook de partij van de huidige minister was niet blind voor de sociale opdracht die ons onderwijs heeft.
Door de gewijzigde machtsverhoudingen moeten we vaststellen dat een aantal ogenschijnlijke evidenties toch steeds in vraag gesteld worden door de grootste partij van Vlaanderen. Deze partij is in tegenstelling tot de partijslogan helemaal niet uit op verandering. Integendeel, ze wenst zo veel mogelijk het huidige onderwijsstelsel te betonneren. De Vlaamse elite moet gevormd worden in de meest prestigieuze onderwijsinstellingen, net zoals de huidige elite gevormd is, want daar rekenen ze zichzelf wel toe. Deze behoudsgezinde reflex verwijten zij graag aan vakbonden, maar verheerlijken ze als ze er zelf gebruik van maken.
In wezen gaat het om een fundamentele verschil in visie tussen de regeringspartijen. Waar het voor die ene partij volstaat dat enkelen een goed onderwijs genieten, gaan wij ervan uit dat minstens één andere partij er toch een ruimer perspectief hanteert.
Het voorbeeld bij uitstek om dit te illustreren is de modernisering van het secundair onderwijs. Het was al een gedrocht in de vorige regering, maar de vernieuwde machtsverhoudingen hebben zelfs dit gedrocht de finale genadeslag toegediend. Alles is eraan gedaan om het bestaande ASO overeind te houden. Met een compleet belachelijke indeling van de ASO-richtingen in ieder belangstellingsgebied tot gevolg. Treffender kon de malaise niet geïllustreerd worden.
Op het vlak van personeel en sociale dialoog scoort de minister binnen haar vakgebied wel goede punten. De sociale partners worden op een ernstige manier betrokken bij het beleid en er worden geen overhaaste beslissingen genomen. Toch kunnen we niet naast de pijnlijke maatregelen die genomen worden door Vlaamse of federale regeringspartners. De pensioenhervorming hangt als een zwaard van Damocles boven de onderhandelingen van een loopbaanpact. De afschaffing van de loopbaanonderbreking door de Vlaamse regering, waarvan minister Crevits ook deel uitmaakt, is nog steeds niet verteerd.
Dit laatste werd gecompenseerd, jammer genoeg onvoldoende, door de invoering van een verlofsysteem voor de onderwijssector. Dit laatste is een belangrijke realisatie waar de minister heeft laten zien dat ze, beter dan haar coalitiepartners, inziet dat het onderwijsberoep niet te onderschatten is. Deze verlofstelsels zijn eigenlijk een eerste aanzet, maar eigenlijk zouden we moeten komen tot een arbeidsorganisatie die eenieder toelaat om zijn opdracht op een correcte manier te kunnen uitvoeren zonder een verlofstelsel te moeten nemen. Zo blijft werkbaar werk een belangrijk item voor de komende periode.
Voor een finaal oordeel over deze minister is het nog te vroeg en zijn er nog teveel dossiers die in een meer definitieve plooi moeten vallen. Minister Crevits doet er goed aan het sociaal overleg te blijven honoreren. Het is enkel met de vinger aan de pols dat er gedragen oplossingen kunnen komen in de onderwijssector.